Familie van Utrechtse tramaanslagslachtoffer wijt busmaatschappij, provinciebestuurders

By Jernst van Waal

Nabestaanden van Rinke Terpstra, omgekomen bij de terroristische aanslag op een tram in Utrecht, houden het openbaar vervoerbedrijf Qbuzz en de provincie Utrecht medeverantwoordelijk voor zijn dood. Dat bevestigt Axel Beijersbergen van Henegouwen, de advocaat van de nabestaanden, na een bericht in de Volkskrant.

Tijdens de aanslag op 18 maart 2019 schoot Gökmen T. in een tram en rond het voertuig op het 24 Oktoberplein, waarbij vier mensen om het leven kwamen en vele anderen gewond raakten. Door het besluit van de trambestuurder om tijdens de aanval de deuren gesloten te houden, konden de inzittenden van de tram niet vluchten toen Gökmen T. het vuur opende.

Beijersbergen van Henergouwen vindt dat de dood van Terpstra voorkomen had kunnen worden. Door de deuren gesloten te houden, is het overlijden van Rinke Terpstra “het gevolg van een omstandigheid die de vervoerder had kunnen vermijden, of waarvan het bedrijf de gevolgen had kunnen voorkomen”, aldus de advocaat.

Volgens de advocaat zijn er meerdere factoren die ertoe bijdragen dat de provincie en het transportbedrijf vier jaar nadat deze plaatsvond gezamenlijk verantwoordelijk worden gehouden voor de aanslag. “Dat heeft onder meer te maken met het feit dat we eerst hebben geprobeerd om met Qbuzz tot overeenstemming te komen, maar die de verantwoordelijkheid hebben doorgeschoven naar de provincie. De provincie is de verhuurder van de trams. Beijersbergen van Henegouwen wees erop dat het statuut van beperkingen voor dit geval is nog niet verstreken.

De Volkskrant kreeg van Qbuzz geen inhoudelijke reactie op de zaak, maar de advocaat van het bedrijf deed de aantijgingen van de familie Terpstra af als een “eenzijdige weergave van de feiten”. Ook de provincie Utrecht weigerde commentaar te geven aan de krant en zei dat de zaak nog bij de rechter is.

De aanslag werd zaterdag herdacht. Nabestaanden, hulpverleners, getuigen, de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma, leden van de gemeenteraad en minister van Justitie Dilan Yesilgöz woonden de plechtigheid bij.